Skip to main content
 

De ontwikkeling van week tot week

Hier beschrijven we de wonderbaarlijke ontwikkeling van een kindje.

Week 1 en 2, vanaf de eerste dag van je menstruatie tot aan je eisprong, ben je nog niet zwanger, maar rijpt de eicel. De eicel, die na je eisprong bevrucht wordt, nestelt zich in week 3 in, in het baarmoederslijmvlies. Van daaruit vervolgen we vanaf week 4 de ontwikkeling van het embryo en de foetus.

Week 4

In het lichaam, ingenesteld in de baarmoeder, groeit in de vierde week van de zwangerschap een piep klein mensje. Maar hoe klein dit mensje ook is, het groeit heel snel. Als je vier weken zwanger bent is je baby 1 mm. Deze millimeter bestaat al wel uit duizenden cellen, die de baby en de placenta gaan vormen. Aan het einde van de vierde week gaan we spreken van een “embryo”; we blijven de baby zo noemen tot en met week negen van de zwangerschap. Als je tien weken zwanger bent, zul je de term “foetus” gaan horen.
De staart van het embryo bevat de beginselen van de toekomstige wervels. Na een paar dagen trekt de kolom zich omhoog en verdwijnt de staart. Het hart, dat er nu uitziet als een balletje vlak onder het hoofd, maar in werkelijkheid een u-vorm heeft, begint te pompen en pompt bloed naar de lever en de lichaamsslagader. Het slaat ongeveer 60 keer per minuut. Het hoofd begint zich nu ook te ontwikkelen. Al is het embryo is nog niet groter dan een speldenknop, de mond, ogen, oren en hersenen zijn al in aanleg aanwezig. De kieuwbogen ontwikkelen zich tot kaken en gedeelten van het gezicht, zoals wangen en de hals. Het embryo krijgt alle benodigde stoffen via de dooierzak, die voor de aanmaak van bloedcellen zorgen. De navelstreng maakt contact met de placenta. De placenta kan zich gaan ontwikkelen, maar is in dit vroege stadium nog niet werkzaam.

Week 5

Het hoofd zal zich iets oprichten. De ogen, neus en mond beginnen zich nu duidelijk af te tekenen. De ogen zijn al zo ver ontwikkeld dat het netvlies zich begint te vormen. Ook het gehoorkanaal en trommelvliezen worden gevormd. De ledematen ontwikkelen zich verder en gaan schijfjes vormen. De beentjes en voetjes groeien iets langzamer dan de armpjes en handjes.

Week 6

Het embryo is inmiddels gegroeid tot 15 mm. Het verandert langzaam in een herkenbare menselijke vorm. De ogen in aanleg hebben zich gevormd als kleine kuiltjes en zijn bedekt met huid. Hieruit zullen de oogleden zich vormen. Het hoofd begint ook al duidelijke sporen van een gezicht te vertonen. De neus, oogjes en mond zijn duidelijk herkenbaar in de contouren van het embryo. Het oor is zich behoorlijk aan het ontwikkelen, zo wordt o.a. het gehoorkanaal aangelegd. Dit gebeurt allemaal inwendig, uitwendig is nog niets te zien van een oor. De ribben beginnen nu te groeien en het hart klopt nu twee maal zo snel als dat van de moeder: zo’n 140 tot 150 slagen per minuut.

Week 8

Het embryo is in de afgelopen twee weken behoorlijk gegroeid en is nu ongeveer 4 cm lang. Alle organen zijn vanaf nu aanwezig. Ze kunnen echter nog niet functioneren, dat moet later komen, na tal van aanpassingen en ontwikkelingen. De ingewanden beginnen te groeien. De foetus zweeft nu vrij rond in het vruchtwater. De enige verbinding die het heeft is de navelstreng die de foetus met de moeder verbindt. De spieren beginnen te werken. De foetus kan armen en benen een beetje bewegen. De vingers gaan los van elkaar. Het zenuwstelsel begint zich te vormen door zenuwcellen, die contact met elkaar maken. De zenuwcellen vermeerderen zich heel snel. In een paar seconden komen er zo’n duizend zenuwcellen bij. De hersenen zijn in de 8e week nog maar zwak ontwikkeld. De ogen beginnen zich duidelijk te vormen. Het oog ligt nog in een diepe holte, maar de pupil is al aanwezig en de oogleden zijn gevormd. Wanneer de zwangerschap 10 weken is, 8 weken na de bevruchting, noemen we het een foetus. Een foetus heeft, in aanleg, alle kenmerken van de baby, maar moet alleen nog groter groeien.

3 maanden / week 13

De foetus is nu ongeveer 8 cm groot en weegt gemiddeld ongeveer 28 gram. De lever, de milt en het beenmerg hebben de taak van de dooierzak overgenomen, de bloedlichaampjes worden nu zelfstandig aangemaakt. De spieren van de foetus zijn inmiddels zo sterk dat het met de beentjes kan schoppen, het hoofdje kan draaien en de handjes samen kan knijpen tot een vuist. De groei van de nagels op handjes en voetjes is begonnen. In de armen en benen beginnen zich al echte beenderen te vormen en ook de ribben zijn ook al flink ontwikkeld. Het hoofd is iets ronder geworden en de hals begint zich langzaam maar zeker af te tekenen. De foetus kan zich verplaatsen. Vanaf week 12 is het hartje te horen met een doptone.

4 maanden / week 16

De foetus is 15 cm groot en weegt ongeveer 125 gram. Vanaf deze maand wordt de foetus bedekt met een laagje donzig haar, de lanugo. Het begint met de vorming van de wenkbrauwen en na een tijdje is de foetus helemaal bedekt met lanugo. De huidcellen beginnen met de productie van huidsmeer: vernix caseosa. Deze vette wittige substantie dient ter bescherming van de huid. De schedelbeenderen zijn ook al ver ontwikkeld. Ze zijn echter nog niet verbonden met elkaar. De oorschelp is nu duidelijk te zien, maar deze bevat nog geen gehooropening. De foetus kan dus nog maar nauwelijks horen. De foetus beweegt zich nu iets krachtiger. Het beweegt armen en benen, draait zijn hoofd, kan de mond openen en begint met het oefenen van de longen. Het maakt ademhalingsbewegingen, waarbij vruchtwater ingeslikt kan worden. Dit is ongevaarlijk, want de foetus ontvangt zuurstof uit de placenta. Vanaf de vierde maand zijn de geslachtsorganen ontwikkeld. Een penis is nu duidelijk te zien. En via echoscopie kan nu dan ook duidelijkheid worden verkregen over het geslacht van het kindje.

6 maanden / week 26

De foetus is nu ongeveer 35 cm en weegt ongeveer 720 gram. In deze maand gaan de neusgaten open. Het ademhalingsorgaan is volledig ontwikkeld, maar het is nog wel heel zwak. Het wordt dan ook nog niet gebruikt. De foetus oefent alleen af en toe zijn ademhaling. Soms kan de foetus na het inslikken van vruchtwater de hik krijgen. Dit uit zich in 15 tot 30 ritmische schokjes per minuut, die door de moeder te voelen zijn. Vanaf de 6e maand kan de foetus op de duim zuigen. Door het bewegen van de handjes raakt het soms de lippen even aan. Op deze beweging volgt de zuigreflex. Het duimzuigen komt steeds vaker voor, naarmate de foetus ouder wordt. Het kloppen van het hartje is vanaf nu ook voor de buitenwereld te horen. De buitenwereld hoort de eerste tekenen van het kind, maar de foetus kan ook de buitenwereld horen. Het herkent de stem van de moeder, die zorgt voor ontspanning.

7 maanden / week 30

De ruimte in de baarmoeder wordt krapper, en de hoeveelheid vruchtwater neemt relatief gezien af. Het gewicht van de foetus neemt in deze periode met 100 tot 200 gram per week toe. De foetus slikt zo nu en dan vruchtwater in, om de functies van het spijsverteringskanaal te oefenen. Het beweegt voortdurend, maar steeds vaker ligt het langere tijd met het hoofdje naar beneden. Dit is de natuurlijke en meest gunstige ligging voor de bevalling.

8 maanden / week 35½

De foetus is nu 40 cm groot en weegt ongeveer 2500 gram. Het groeit nu vrij snel. Het is volledig ontwikkeld. De kleur van de foetus verandert, onder invloed van de vetlaag, van bloedrood naar zachtroze. In deze periode is soms duidelijk te merken, wanneer de foetus wakker is en wanneer het rust. Toch worden lang niet alle bewegingen van de foetus door de moeder waargenomen en dat is maar goed ook, want de foetus heeft maar korte slaapperiodes van zo’n 30 tot 40 minuten. De foetus ligt nu bijna voortdurend met het hoofd omlaag. Het kan nog wel om zijn as draaien: met de rug van links, naar rechts en terug, maar de kans dat het zich nog helemaal omdraait van hoofd- naar stuitligging, neemt af richting de 36 weken zwangerschap. Het kindje is nu bijna klaar om kennis te maken met de buitenwereld.

9 maanden

Aan het eind van de zwangerschap, weegt de gemiddelde foetus 3400 gram. Het wachten is nu op de bevalling. Wanneer de bevalling begint, dat weten we niet precies, maar de meeste zwangeren bevallen tussen de 37 en 42 weken.

En daarna ...

De uitgerekende datum is voorbijgegaan. Door het ruimtegebrek beweegt je kindje de laatste weken niet meer alle kanten op, maar het moet nog wel steeds blijven bewegen. Het is erg belangrijk dat je je kindje een aantal malen per dag goed voelt. Indien je je baby niet goed voelt, moet je een uur lang op de bank gaan liggen met je benen opgetrokken en je handen op je buik. Binnen dat uur moet de baby goed hebben bewogen. Is dat niet het geval dan neem je contact met ons op via het spoednummer.

Een baby die laat geboren wordt, kan wel eens een droge huid hebben doordat alle huidsmeer verdwenen is.

Als je wilt, kan de verloskundige na de 40 week je bevalling op gang proberen te brengen, door middel van het ‘strippen’. Deze techniek werkt meestal beter bij zwangeren al ooit bevallen zijn. Via een inwendig onderzoek worden de baarmoedermond en de vliezen van elkaar losgemaakt. Door dit losmaken van de vliezen van de baarmoeder, kunnen hormonen (prostaglandines) vrijkomen. Deze hormonen kunnen weeën veroorzaken, maar kunnen er ook voor zorgen dat je veel last van voorweeën krijgt, maar dat de echte bevalling nog niet doorzet. Daarnaast regelen we altijd een controle bij de gynaecoloog. Dit doen we meestal tussen week 41 en 42 maar dit kan natuurlijk ook eerder. Daar wordt een hartfilmpje (CTG) en een echo van de baby gemaakt om te kijken hoe het met je baby gaat. Als alles goed is maag je tot 42 weken afwachten.
Je mag, indien je dat wilt, je al laten inleiden bij 41 weken zwangerschapsduur, maar vooralsnog is uit onderzoek is gebleken, dat dit bij gezonde zwangere dames met gezonde baby’s, geen voordeel oplevert met betrekking tot de gezondheid van de baby. Bij 42 weken dragen we de zorg definitief over aan de gynaecoloog. Je bent ‘overtijd’.
De gynaecoloog bekijkt vervolgens weer de conditie van je kindje door middel van een CTG en een echo. Verder zal er een inwendig onderzoek plaatsvinden om de rijpheid van je baarmoedermond in te schatten. Met deze gegevens wordt er, in overleg met jou, besloten wanneer en hoe de bevalling ingeleid zal worden.