Skip to main content
 

Vervolgcontroles

Vervolgcontroles

De vervolgcontroles duren minder lang dan de eerste controle, ongeveer 15 minuten. In het begin van de zwangerschap kom je minder vaak op controle, hoe verder je bent in de zwangerschap hoe vaker je gecontroleerd wordt. Hiervoor is een handig schema;

  • Tot ± 24 weken om de 4 weken
  • ±24 tot ± 30 weken om de 3 weken
  • ±30 tot ± 36 weken om de 2 weken
  • ±36-42 weken ieder week

Tijdens elke controle word je bloeddruk gemeten, je gewicht bepaald, wordt er naar het hartje van het kindje geluisterd en beantwoorden we je vragen. Elke controle wordt er aan je buik gevoeld om de groei van je baarmoeder (en dus van je kindje) te controleren. Vanaf ongeveer 28-30 weken zwangerschap kunnen we de ligging van het kindje gaan voelen. Tevens maken we op indicatie vanaf 28 weken een echo om de groei van de baby te meten. Onderwerpen die tijdens de controles aan bod komen:

  • Plaats van bevallen: als je net zwanger weet je misschien nog niet of je thuis of in het ziekenhuis (poliklinisch) wil bevallen. Halverwege de zwangerschap kunnen wij hierop terug komen en je informatie geven over de voordelen en nadelen van beide.
  • Borstvoeding of flesvoeding: misschien weet je nog niet welke voeding je wil gaan geven na de bevalling. Tijdens de vervolgcontroles kunnen we dit bespreken. Kies je voor borstvoeding dan krijg je van ons een boekje met handige tips over het geven van borstvoeding.
  • Suikercontrole: tussen de 22 en 26 weken wordt je suikergehalte in het bloed gecontroleerd.
  • IJzercontrole: bij ongeveer 30 weken zal er door middel van een prikje in je vinger nogmaals je ijzergehalte in je bloed worden bepaald. Het is normaal dat deze in de zwangerschap daalt, om te controleren dat je ijzergehalte niet te veel daalt wordt deze nogmaals geprikt.
  • De bevalling: bij ongeveer 34 weken gaan we de bevalling uitgebreid bespreken. Wij hebben ervoor gekozen om bij alle zwangeren die hun eerste kindje verwachten het gesprek over bevalling thuis te doen. Bij vrouwen die al een keer bevallen zijn bespreken we dit tijdens het reguliere spreekuur. Tijdens dit gesprek bespreken we redenen om te bellen, verwachtingen en wensen rondom de bevalling. Je krijgt informatiemateriaal met uitleg over de weeën en het begin van de bevalling.

Indien je bloedgroep rhesusfactor D of c negatief is wordt er bij ongeveer 27 weken bloed afgenomen en gecontroleerd op antistoffen. Bij een Rhesus D negatieve bloedgroep, wordt de bloedgroep van je kindje bepaald en krijg je mogelijk bij 30 weken een prik. Natuurlijk is er voldoende tijd om al jullie vragen te stellen. Als er tijdens de controles afwijkende bevindingen zijn regelen we een controle bij de gynaecoloog. Op het einde van de zwangerschap maken we bij 36 weken zwangerschap nog een ligginsecho en op indicatie een groeiecho.